Faillissement aanvragen: zo werkt het

In 2019 zijn er in Nederland maar liefst 3.208 faillissementen uitgesproken. Hoewel dat een afname is ten opzichte van voorgaande jaren, zijn faillissementen nog steeds aan de orde van de dag. Het kan zijn dat u zelf wel eens te maken hebt gehad met een faillissement, bijvoorbeeld omdat uw schuldenaar failliet is verklaard of mogelijk omdat uw eigen onderneming in zwaar weer verkeerde.

In deze blog licht ik toe hoe een faillissement aangevraagd wordt en wat de eisen voor een faillietverklaring zijn. Ik focus mij hierbij op de situatie dat het faillissement van een besloten vennootschap (B.V.) wordt aangevraagd.

Een faillissement aanvragen: hoe werkt dat?

Een faillissement kan door de rechtbank worden uitgesproken op het moment dat een schuldenaar – in dit geval ga ik dus uit van een B.V. – in een toestand verkeert waarin zij is opgehouden te betalen. Van belang is daarbij dat de B.V. minimaal twee schuldeisers heeft. Dit wordt ook wel “pluraliteit van schuldeisers” genoemd. Let op: als één schuldeiser meerdere vorderingen heeft op een B.V. is niet aan het vereiste van pluraliteit voldaan. Daarnaast moet in ieder geval één vordering opeisbaar zijn. Op het moment dat geen enkele vordering opeisbaar is, is er dus geen sprake van een toestand waarin de B.V. is opgehouden te betalen.

Een faillissement kan zowel worden aangevraagd door één (of meerdere) schuldeiser(s) als door de B.V. zelf. Het is van belang om dit onderscheid te maken, aangezien de manier waarop het faillissement wordt aangevraagd verschilt.

Eigen faillissement aanvragen

Tenzij de statuten anders bepalen, is een bestuurder van een B.V. bevoegd om – in opdracht van de algemene vergadering van aandeelhouders – zelf het faillissement van de B.V. aan te vragen. Mocht u het faillissement van uw eigen vennootschap willen aanvragen, is het van belang om voorafgaand goedkeuring te vragen aan de algemene vergadering van aandeelhouders.

U vraagt het eigen faillissement aan door het formulier Eigen aangifte faillietverklaring bij de rechtbank in te dienen. Bijstand van een advocaat is in dit geval niet verplicht.

Faillissementsaanvraag door een schuldeiser

Het faillissementsverzoek kan ook door één of meerdere schuldeisers van de B.V. worden ingediend. Een schuldeiser moet wel een redelijk belang hebben bij het faillissement van zijn schuldenaar. Of daarvan sprake is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit de rechtspraak blijkt bijvoorbeeld dat er geen sprake is van een redelijk belang op het moment dat de vordering van de aanvrager volledig door de schuldenaar kan worden voldaan en daar bovendien zekerheid voor is gesteld.

De aanvrager zal daarnaast vaak op zoek moeten naar een steunvordering die ter verificatie kan worden ingediend. Zonder een steunvordering van een andere schuldeiser van de B.V. is immers niet voldaan aan het vereiste van pluraliteit.

Om het faillissement aan te vragen moet de schuldeiser een verzoekschrift bij de rechtbank indienen. Hij zal zich hierbij moeten laten bijstaan door een advocaat. Als de B.V. zich niet kan vinden in het faillissementsverzoek van de aanvrager, kan er verweer worden gevoerd. Dit kan zowel met een bezwaarschrift als tijdens de mondelinge behandeling van de faillissementsaanvraag bij de rechtbank. De schuldenaar is niet verplicht zich hierbij te laten bijstaan door een advocaat.

Faillissement aanvragen, hoe lang duurt dat?

Na ontvangst van het faillissementsverzoek zal de rechtbank een zitting plannen, waarvoor de B.V. wordt opgeroepen. Als het faillissement is aangevraagd door een schuldeiser, zal deze ook worden opgeroepen.

Een faillissementsaanvraag wordt door schuldeisers overigens regelmatig als incassomiddel gebruikt. Soms willen partijen daarom nog eerst onderhandelen over de betalings(on)mogelijkheden van de schuldenaar. In een dergelijk geval mag alleen de verzoeker/schuldeiser de rechtbank verzoeken om uitstel van de behandeling van het faillissementsverzoek. De schuldenaar mag dit niet.

Beperkte rechterlijke toets

Een faillissementsprocedure is in beginsel geen uitgebreide procedure. De rechtbank toetst namelijk uitsluitend of:

  1. er minimaal twee vorderingen op de B.V. zijn, waarvan in ieder geval één vordering opeisbaar is;
  2. er minimaal twee verschillende schuldeisers zijn; én
  3. de B.V. in een toestand verkeerd waarin zij is opgehouden te betalen.

Als de rechtbank na beknopt onderzoek van oordeel is dat aan alle bovenstaande eisen is voldaan, zal de rechtbank de B.V. failliet verklaren.

Het is mogelijk om tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep te gaan. In hoger beroep zal het gerechtshof zelfstandig toetsen of aan de eisen voor een faillietverklaring is voldaan. Daarbij wordt rekening gehouden met feiten en omstandigheden die zich na faillietverklaring hebben voorgedaan. Let wel op: de termijn voor het instellen van hoger beroep is zeer kort, namelijk acht dagen vanaf de dag van de uitspraak van de rechtbank.

Failliet verklaard, en dan?

De vennootschap verliest vanaf de dag dat het faillissement is uitgesproken de beschikking en het beheer over het tot het faillissement behorend vermogen. Indien de faillietverklaring in hoger beroep wordt vernietigd krijgt de B.V. de beschikking het beheer over het vermogen weer terug.

De rechtbank stelt bij het uitspreken van het faillissement een curator aan die verantwoordelijk wordt voor het beheer en vereffening van het vermogen van de failliete vennootschap ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Gelijktijdig wordt een rechter-commissaris benoemd die toezicht houdt op de werkzaamheden van de curator. Wat de exacte gevolgen van een faillissement zijn leest u in mijn volgende blog.

Image 01 Image 01