Servicekosten: welke kosten kunt u in rekening brengen aan huurders?

Als verhuurder kun u naast huur ook andere kosten in rekening brengen. De meest bekende en veelvoorkomende kosten zijn kosten voor gas, water en elektriciteit. Vooral bij wooncomplexen voor studenten en jongeren brengen verhuurders nogal eens andere kosten in rekening, zoals kosten voor een huismeester, gemeenschappelijke ruimte(n), meubilering of een sportschool. Maar mag dat eigenlijk wel? Op 2 maart 2023 heeft de rechtbank Amsterdam hierover (wederom) uitspraak gedaan in een zaak tegen Change=. Change= verhuurt studio’s in (jongeren)wooncomplexen en heeft jarenlang onduidelijke en te hoge communitykosten in rekening gebracht. Onterecht, zo blijkt inmiddels.

Servicekosten: de regels

De hoofdregel is dat u als verhuurder alleen servicekosten in rekening mag brengen voor leveringen en diensten die expliciet (schriftelijk) zijn afgesproken. Daarnaast moeten de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en redelijk zijn. Als verhuurder mag u dus niet verdienen aan servicekosten.

Jaarlijks, vóór 1 juli van het opvolgende jaar, moet u een overzicht van de servicekosten aan de huurder verstrekken, waarin alle posten apart staan vermeld. En als de huurder hierom vraagt, moet u afschriften van rekeningen laten zien. Welke kosten u als servicekosten in rekening mag brengen, is opgesomd in het Besluit servicekosten. Het gaat om kosten voor:

  • warmtevoorzieningen
  • elektriciteit, gas en water
  • roerende zaken
  • kleine herstellingen
  • huisvuil
  • huismeester
  • signaallevering
  • elektronische apparatuur
  • verzekeringen
  • gemeenschappelijke ruimten
  • administratie

Terug naar de uitspraak

In bovengenoemde zaak kwam verhuurder/beheerder Change= met huurders een communityovereenkomst overeen, waarbij Change= kosten in rekening bracht voor het community lidmaatschap, een interieurpakket en internet. Deze kosten kwamen bovenop servicekosten en huur. Op 21 juni 2021 oordeelde de rechter al dat deze communitykosten niet apart in rekening mogen worden gebracht, maar onderdeel moeten zijn van de reguliere servicekosten. Bovendien oordeelde de rechter dat de kosten veel te hoog waren, waardoor de verhuurder onredelijk voordeel toekwam, en dat sommige posten zelfs dubbel in rekening werden gebracht. Change= moest al deze kosten terugbetalen.

Change= liet het er niet bij zitten en deed het volgende: zij heeft de communitykosten met terugwerkende kracht, terwijl de servicekosten al waren afgerekend, alsnog onder de post servicekosten ondergebracht en in rekening gebracht. In het vonnis van 2 maart jl. oordeelde de rechter dat een huurder er in beginsel op mag vertrouwen dat een afrekening bedoeld is als finale afrekening, maar dat er geen regel is die verbiedt dat de verhuurder de afrekening servicekosten mag herzien als daartoe aanleiding is. De rechter staat het dus toe dat Change= de communitykosten achteraf onder de post servicekosten schaart. Wel sluit de rechter qua hoogte van dit bedrag aan bij de eerdere (hierboven aangehaalde) uitspraak en worden deze kosten gematigd tot € 42,61 per maand, in plaats van € 118,- per maand. Change= heeft aangegeven het niet eens te zijn met deze matiging en hoger beroep te overwegen.

Vragen?

Transparantie en duidelijkheid is geboden bij het in rekening brengen van (overige) servicekosten. Twijfelt u of u het als verhuurder wel goed doet en niet te veel kosten in rekening brengt? Of heeft u andere vragen over servicekosten? Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag.

Door Charlotte de Haan

Image 01 Image 01