Faillissementsfraude: witwassen

In het vorige blog in onze serie over faillissementsfraude bespraken we het onbekende(re) strafbare feit flessentrekkerij. Dit keer – in de laatste blog in deze serie – aandacht voor een bekender delict, namelijk witwassen.

Betekenis witwassen

Witwassen, de naam zegt het eigenlijk al. Om zwart geld – vaak afkomstig uit criminaliteit – in de bovenwereld te kunnen besteden zonder het risico te lopen dat het in beslag wordt genomen, moet de illegale oorsprong van het geld worden gemaskeerd. Oftewel: het zwarte geld moet ‘wit’ worden gemaakt. Witwassen gebeurt op allerlei verschillende en vaak creatieve manieren. Veel voorkomend is het opstellen van valse facturen, het opzetten van niet bestaande leningsstructuren of het kunstmatig verhogen van omzet.

Hoewel het bij witwassen vaak over geld gaat, hoeft dat niet altijd het geval te zijn. Ook goederen kunnen worden witgewassen.

Witwassen, wat zegt de wet?

In het Wetboek van Strafrecht zijn drie vormen van witwassen opgenomen, namelijk:

I. Opzettelijk witwassen (art. 420bis): bij deze vorm van witwassen dient de verdachte te weten dat het voorwerp dat wordt verhuld of verborgen uit een misdrijf afkomstig is. De maximale gevangenisstraf voor deze variant is zes jaar.

II. Gewoontewitwassen (art. 420ter): hiervan is sprake als de verdachte zich herhaaldelijk schuldig maakt aan opzettelijk witwassen. De maximale gevangenisstraf voor deze variant is acht jaar.

III. Schuldwitwassen (art. 420quater): anders dan bij opzettelijk witwassen, dient de verdachte bij deze variant redelijkerwijs te vermoeden dat het voorwerp uit een misdrijf afkomstig is. De maximale gevangenisstraf voor deze variant is twee jaar.

Voor alle varianten is de maximaal op te leggen geldboete EUR 90.000.

Witwassen en faillissement

In faillissementssituaties komt witwassen regelmatig voor. In sommige gevallen blijkt na faillissement zelfs dat de failliete vennootschap enkel en alleen was opgetuigd met als doel het witwassen van crimineel geld.

Ook komt schuldwitwassen zo nu en dan voor in faillissementen. Zo ook in een zaak die eind 2022 speelde bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte in die zaak was de zoon van een oud-bestuurder van een failliete B.V. die zich richtte op projectontwikkeling. Ook die oud-bestuurder was inmiddels failliet verklaard.

In de aanloop naar beide faillissementen had de verdachte aanzienlijke geldbedragen op zijn rekening gestort gekregen. De bedragen waren afkomstig van partijen die in verband stonden met de failliete vader van verdachte en de failliete B.V. Op dat moment wist de verdachte dat er een aanmerkelijke kans bestond op een faillietverklaring van zijn vader en de B.V. Voor de ontvangst van de bedragen bestond namelijk geen goede reden, terwijl de verdachte deze bedragen wel telkens onder zich had gehouden. Volgens het hof had de verdachte redelijkerwijs kunnen vermoeden dat hierdoor sprake was van faillissementsfraude. Immers, de verdachte had kennis van de naderende faillissementen en hij had geen onderzoek gedaan naar de herkomst van het geld. Het hof achtte bewezen dat verdachte zich schuldig had gemaakt aan schuldwitwassen van bijna 1 miljoen euro. Onder meer hierom legde het hof een gevangenisstraf op voor de duur van achttien maanden.

Advies nodig?

Mocht u als bestuurder te maken krijgen met een onderzoek naar witwassen of heeft u het vermoeden dat uw bedrijf wordt gebruikt voor een witwasconstructie, neem dan contact met ons op. Wij staan voor u klaar.

Door Michael van Hooft

Lees ook:

Image 01 Image 01